ZWARTBOEK ERFPACHT 2.0: DE BELANGRIJKSTE AANVULLINGEN

Het Zwartboek 1.0 krijgt na acht weken al een opfrisbeurt: Zwartboek_Erfpacht_2.0 . Daarin vindt u talrijke aanvullingen. De belangrijkste staan in paragraaf 2.c en 3.c en in de Epiloog: AANFLUITING. Dat laatste hoofdstuk is een verslag van de ontluisterende discussie in de gemeenteraad van 7 november jl.: een volle politieke arena waarin de hele avond geen plaats was voor de zorgen van de burger/erfpachter. Zie de eerder gepubliceerde samenvatting https://www.awep.nl/2019/11/23/zwartboek-erfpacht-aanfluiting/

Dankzij de inspanningen van deskundige burgers wordt de ‘geheime’ manieren van rekenen van de gemeente stukje bij beetje ontmaskerd en komen de echte cijfers en berekeningswijzen langzaam maar zeker boven tafel. Dit in weerwil van het stommetje spelen van het gemeentebestuur, dat daarmee de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, het motiveringsbeginsel, rechtszekerheidbeginsel en vertrouwensbeginsel, ernstig verzaakt. 

Dat verzaken maakt de directeur van de Rekenkamer, net als in 2012, duidelijk met zijn opmerkingen over o.a. de onvoorspelbaarheid en de weinig begrijpelijke berekening van de canons en de afkoopsommen. In beide speelt de bsq (buurtstraatquote) een hoofdrol -maar die is niet te controleren, zegt de directeur Rekenkamer, omdat open data ontbreken. Zie zijn brief van 20 november jl.

Erfpachters vullen dat aan met ‘het is onverteerbaar dat ook de mogelijkheden van bezwaar en beroep, en zelfs een hardheidsclausule, ontbreken!’.

Afgelopen maanden kwamen gelukkig meerdere kleine en grote Amsterdamse rekendeskundigen naar voren met stevige kritiek. Van grondbedrijfdeskundigen die ‘residueel rekenen’ (zie raadsadres) tot en met economen en econometristen -zie Decisive Facts, die  via econometrische berekeningen in een apart rapport (herbouwwaarde) laten zien dat de gemeente vergaand sjoemelt met de herbouwwaarden en gemeentelijke bsq-berekeningen. Die zijn ‘statistisch niet aannemelijk’-lees: deugen niet. De verschillen zijn enorm, zie figuur 2.

De berekening van de buurtstraatquotes vertoont ernstige modelmatige gebreken -lees in par. 3.c meer over de fout bij de aftopping van de bsq van 87% naar 49%. Meer daarover ook op het dashboard van Decisive Facts, zie: Uitleg Amsterdamse erfpacht. Door niet te ‘herschalen’ gaat de bsq van alle huizen veel te snel naar 49% -met alle schadelijke gevolgen van dien. Dat zien we gebeuren als we de bsq-kaart van de overstap (buurtstraatquote 2017) en die uit 2019 (buurtstraatquote 2019) vergelijken. 

Zie ook ons eerdere verhaal over het ‘hefboomeffect’ in par. 3.b.

De zaak van de woonboten in IJburg is ook buitengewoon verhelderend, omdat klip en klaar blijkt dat de opstalwaarde (woonboot = huis) wèl degelijk gelijke tred houdt met de ontwikkeling van de marktwaarde. Zie dit artikel in De Telegraaf.  

De claim van vererfpachter Amsterdam dat een groot deel van de gestegen marktwaarde de grondwaarde toekomt, deugt dus niet. 

Dat de gemeente ook trukeert met een veel te hoog canonpercentage is al langer bekend. Meer informatie over de verborgen opslagen in de canon staat op de website van de Amsterdamse Woon- en Erfpachtvereniging

Verontruste Erfpachters